De boel aan kant brengen

Door José van der Sman
Waarom is het bij de een altijd netjes in huis en bij de ander een grote bende? Opruimen en schoonmaken zijn vaardigheden die je kunt leren.

Het zit in onze aard, die onweerstaanbare drang om aan het begin van de lente het huis grondig op te ruimen en schoon te maken. Vroegere generaties hadden daarvoor dan ook een vast ritueel: de grote schoonmaak. Het hele huis stond dagenlang op z’n kop, maar was aan het einde wel helemaal aan kant.

Die traditie is verloren gegaan. Maar diep van binnen blijven we toch die neiging houden om, net als zo veel andere diersoorten, bij de eerste tekenen van mooi weer ons nest eens goed onder handen te nemen. De meeste mensen hebben daar tegenwoordig geen dagen tijd meer voor nodig. Hun huishouden is zo georganiseerd dat het in huis altijd wel redelijk opgeruimd en schoon is. Maar er zijn ook mannen en vrouwen, jong en oud, die zo weinig greep hebben op hun huishouden dat ze omkomen in de rommel. Ze leven in chaos.

Waarom? Opruimspecialist Linda Groen (39) uit Amsterdam kan een heleboel redenen bedenken. De meest voor de hand liggende zijn lichamelijke en psychische kwalen die het bijna onmogelijk
maken om op te ruimen en te poetsen. Bij alleenstaande ernstige zieken of invaliden, mensen met ADHD, en ook bij patiënten met psychiatrische stoornissen zoals depressie of schizofrenie, wil het nog weleens uit de hand lopen met de bende in huis. Verder zijn dwangstoornissen als koopziekte of verzameldrang er ook vaak oorzaak van dat een huis uitpuilt van de rommel.

Soms veroorzaken tijdelijke omstandigheden chaos in het huishouden: liefdesverdriet, echtscheiding, rouw om de dood van een geliefde, burn-out, stress op het werk. Maar Groen komt
ook in rommelige huizen waarin partners zo hard werken dat opruimen en schoonmaken permanente sluitposten zijn geworden. Of ze komt in huizen waarin beide partners nooit hebben geleerd hoe ze een huishouden moeten voeren. Ze komt in Amsterdam ook geregeld in kleine
huizen waar weinig ruimte is om alle spullen van ouders en kinderen goed op te bergen.

Verder heeft rommel in huis ook vaak te maken met een gebrek aan talent en praktisch inzicht in hoe je de boel aan kant kunt houden. ‘De ene mens kan beter organiseren en systematiseren dan de ander. Sommige mensen hebben er echt geen aanleg voor en weten gewoon niet wat ze moeten doen om hun huis opgeruimd en schoon te houden,’ aldus Groen.

Zelf kan de voormalige officemanager, van wie deze week het heldere hulpboek Wat een
bende! verschijnt, juist heel goed organiseren en systematiseren. ‘Ik heb het met de paplepel ingegoten gekregen. Maar ik vind het ook leuk om te doen: ruimtes en kasten slim indelen, handige administratiesystemen bedenken, cliënten helpen hun spullen weg te doen of handig op te bergen. Samen bedenken hoe ze het beste hun huis opgeruimd en schoon kunnen houden.’

Juist omdat er zo veel verschillende redenen zijn waarom het almaar uit de hand loopt met de rommel, is het voor een structurele oplossing belangrijk om goed na te denken hoe het probleem is ontstaan. Sinds wanneer is het een bende? Was het vroeger ook zo? Waarom gaat het mis?

Soms volstaat een betere indeling of uitbreiding van de beschikbare (kast)ruimte: als je wat meer planken neemt en de spullen anders opvouwt, dan past alles er wel in. Soms is het een kwestie van huishoudelijke processen veranderen: als je voortaan elke ochtend de vaatwasmachine uitruimt, dan kan het vuile servies er meteen in en blijft het aanrecht leeg. Het kan ook nuttig zijn om hindernissen weg te nemen: als je die vingerhoedverzameling niet op de vensterbank maar in een glazen kastje aan de muur uitstalt, dan is het makkelijker om de vensterbank af te
stoffen en de ramen te zemen. Soms is het een kwestie van helpen bij het sorteren van de overmaat
aan spullen: heb je echt 35 kop-en-schotels nodig of kun je de 16 mooiste uitzoeken en de
rest wegdoen?

Groen: ‘Spullen sorteren en wegdoen – dat is vaak delicaat werk. Mensen hechten emotionele waarde aan dingen. Een oud gebarsten kopje zonder schotel lijkt waardeloos, maar degene die het bewaart ziet in datzelfde kopje haar lieve overleden oma, en daarom kan juist dát kopje niet weg.’

Voor iedereen die zich heeft voorgenomen dit voorjaar echt eens flink op te ruimen, heeft de opruimspecialist een paar goede adviezen. Begin niet zomaar in het wilde weg, maar maak een plan. Wat eerst? De keuken of de klerenkasten? Denk na over wat je met de spullen die weggaan wilt doen. Weggeven, kringloop of vuilnis? Breng de zakken en dozen met spullen die weg kunnen ook meteen weg, laat ze niet in de gang staan.

Bewaar de spullen die grote emotionele waarde hebben, maar houd de collectie beperkt. Groen: ‘In plaats van allerlei herinneringen aan je oma kun je ook kiezen voor één mooie foto van haar in een fraaie lijst aan de muur.’

Voor wie ontzettend opziet tegen de klus, heeft Groen nog deze tip: vraag hulp en advies van een vertrouwd persoon die heel goed kan opruimen. Maak er samen een leuke dag van, met koffie, lunch en een beloning als de klus is geklaard. Groen: ‘Zorg dat opruimen een prettig en bevredigend gevoel geeft, want dan wordt het op den duur steeds makkelijker om te doen.’
Terug naar het overzicht

Gepubliceerd: 
Elsevier, 7 april 2012

 
Het doet mij goed om je betrokkenheid te mogen ervaren.

Mevrouw X.